de Kop van S

een stedelijk ensemble aan de entree van Strijp-e van Strijp-S

S


project: kantoor Strijp-S | locatie: Strijp-S, Eindhoven | opdrachtgever: Spoorzone BV | tijdvak: 2018


– inzending besloten selectie –


een nieuwe entree voor Strijp-S

STRIJP-S IS EEN HOOGSTEDELIJKE HOTSPOT waar de veelheid aan mensen, beroepen en culturen onder hoge druk zorgt voor innovatie en ontmoeting. Omdat een deel van de openbare ruimte geen duidelijke functie heeft – oningevuld is- is er op dit moment letterlijk veel ruimte voor experiment en creatieve tijdelijke invullingen. Het samenspel van de hoge dichtheid, goede routing, een veelheid aan openbare ruimtes en programma en de genoemde oningevulde ruimte van Strijp-S dragen bij aan het hoogstedelijk klimaat. De opdrachtgever kiest bewust voor deze locatie en geeft aan dat zij op zoek zijn naar innovatie, verbinding, samenwerking en aansluiting bij /facilitatie van de aanwezige startupcultuur.

Wij stellen voor om op meerdere niveaus deze kwaliteiten van Strijp-S te versterken en toe te passen, zowel in de stedelijke ruimte, als op gebouwniveau als op bedrijfsniveau. Een nieuwe plek in het creatieve, innovatieve hart van Eindhoven; dé entree van het dynamische, bruisende Strijp-S.


stevig stedelijk ensemble

De voorgestelde stedelijke volumes vormen het uitgangspunt van het ontwerp. Kenmerkend zijn de tussenruimtes – stedelijke tuinen – en de voorgestelde alzijdigheid – representativiteit vanuit alle invalshoeken. Daarnaast zijn wij geïnspireerd door de sterke lineaire structuur van de bebouwing van Strijp-S (zoals de internationaal vermaarde Hoge Rug), die na renovatie en uitbreiding alleen maar versterkt is. De hoogbouw en hoge dichtheid vragen daarnaast om extra aandacht voor bezonning om de kwaliteit en het zicht van zowel de kantoren als de openbare/collectieve ruimte te waarborgen. Met deze kenmerken in ons achterhoofd zijn wij de volumes gaan vervormen, boetseren en transformeren tot er twee sterke gelaagde vormen met subtiele verdraaiingen ontstonden; twee vormen die als elkaars aantrekkende tegenpolen een symbiotische dans aangaan en elkaar en de openbare ruimte versterken.

De entrees van de twee stedelijke volumes richten zich naar de entree van Strijp-S en vormen een nieuwe driehoek in de grote driehoek van Strijp-S. Hier komen de gebruikers, buren, bewoners en bezoekers samen.


ontmoeting en innovatie op meerdere schaalniveaus

STEDELIJKE RUIMTE
Door de plaatsing van de volumes ontstaan twee stedelijke pleinen, een meer privaat plein aan de noordwestzijde en een plein aan de zuidoostzijde. De entrees van beide volumes zijn bewust gesitueerd aan het stedelijk plein aan de zuidoostzijde, waar een directe connectie met Strijp-S en de routing vanuit de binennstad van Eindhoven wordt gemaakt. De volumes openen zich met een uitnodigend gebaar en bakenen tegelijkertijd de ruimte af, die door de verspringingen in hoogte van de volumes een prettige stedelijke verhouding kent. Dit plein aan de straatzijde is in principe openbaar toegankelijk; de gebouwen zelf staan op een plint waardoor een natuurlijke scheiding tussen openbaar en privé en tussen de beide gebouwen ontstaat.

OP GEBOUWNIVEAU
Het atrium – eveneens een oningevulde ruimte – en de interne verdraaiing maken de koppeling met het stedelijke voorplein. Het atrium is een ruimtelijk onderdeel van de externe schil, die door trappen en de vide verschillende functies met elkaar verbindt. De opdrachtgever en externe huurders delen zoveel mogelijk ruimtes, waarbij opgemerkt moet worden dat de privacy van medewerkers en klanten altijd voor gaat.

OP KANTOORNIVEAU
Door de keuze voor een iets grotere centrale kern met multifunctionele aanpasbare wand (kluisjes, pantries, printer, overlegcoupés, garderobe) zijn er weinig gangen, wat meer ruimte geeft voor oningevulde ruimte en grote ankerpunten. Een ankerpunt zien wij als een ruimtelijk rond halfhoog element (open maar akoestisch afgeschermd), waar één of meerdere afdelingen samen hun eigen invulling aan kunnen geven. Deze ankerpunten bevinden zich altijd nabij de multifunctionele kern en in de looproutes.

Het kantoor is opgezet als een veld rondom een kern, zowel functioneel als constructief. Dit eenduidige principe geeft vrijheid in haar helderheid.


de werkvloer

Het ontwerp gaat uit van een wisselwerking tussen structuur en flexibiliteit. Door te kiezen voor een vaste kern met sanitair, schacht, lift en trappenhuis en deze aan te vullen met een flexibele 3-dimensionale wand kunnen we de vloervelden vrij indelen.

Brandcompartimentering en de plaatsing van extra trappen zorgen voor een natuurlijke verdeling van rust-, ruis- en rumoerzones. Ankerpunten plaatsen we op kruispunten van routing en nabij pantry, garderobe en kluis. Deze ankerpunten zijn vrij in te vullen en extra (buiten het programma vallende) verblijfsplekken. Door de efficiënte opzet en het beperken van gangruimte hebben we hier ruimte voor.

We maken zoveel mogelijk gebruik van natuurlijk daglicht, waar nodig passen we lichtwering in de vorm van schuifbare transparante panelen toe. We werken met een beperkte basisverlichting in cobinatie met bewegings- en individueel gestuurde werkplekverlichting.

Het uitgangspunt van het ontwerp is het faciliteren van een prettige, goede werkplek passend bij de opdrachtgever; een belangrijke basis voor de mensen die er werken. Akoestiek, licht en lucht zijn hierbij belangrijke kernbegrippen.


Het uitgangspunt voor de integrale duurzaamheidsvisie is het optimaal gebruik maken van de specifieke eigenschappen van de locatie.

visie op duurzaamheid

Duurzaamheid is door de jaren heen een breed begrip geworden. Alles wat te maken heeft met maatschappelijk verantwoord leven, milieu, ecologie en toekomstgericht denken wordt onder de term duurzaamheid geschaard. In deze visie beperken wij ons tot hoe wij omgaan met duurzaamheid bij het ontwerpen van het gebouw an sich.

DUURZAAM BOUWEN
Duurzaam bouwen is het bouwen met duurzaamheid als doel. We kijken daarbij niet alleen naar de ontwerpfase maar ook naar de uitvoering, gebruik- en de sloopfase van het gebouw. Om grip te krijgen op de mate van duurzaamheid van het gebouw hebben we gebruik gemaakt van GPR-gebouw. De keuze voor een duurzame oplossing voor een vraagstuk kunnen immers haaks staan op andere keuzes. Naast kwalitatieve keuzes kunnen kwantitatieve overwegingen de doorslag geven. Met GPR-gebouw zijn we in staat om voor onszelf en voor de opdrachtgever op elk moment in het proces de mate van duurzaamheid te monitoren.

AMBITIENIVEAU
Het gebouw moet voldoen aan de geldende EPC-waarden en overige vigerende regelgeving wat betreft duurzaamheid. Het streven naar duurzaamheid is zakelijk gedreven. Hierbij dient o.a. het belang van de lange termijn afzetbaarheid van het gebouw aan een belegger in ogenschouw te worden genomen. Daarom wordt overwogen om bijv. te anticiperen op aanstaande regelgeving ten aanzien van energielabels, BENG of om bijv. gebruik te maken van mogelijkheden als Groenfinanciering. Onze duurzaamheidsambitie is een score van minimaal 8,5 op alle thema’s van GPR-gebouw, zodat gebruik gemaakt kan worden van investeringsaftrek (MIA/ VAMIL).

EPC
Na toetsing van het structuurontwerp heeft het gebouw een een indicatieve EPC van 0,55. Dat is 30 procent onder de huidige norm. Zo wordt voldaan aan het ambitieniveau gesteld in de GPR én daarmee aan de voorwaarden voor Groenfinanciering.

DUURZAME ONTWERPPRINCIPES
Door te kiezen voor een compact gebouw, gunstige oriëntatie (hoog glaspercentage aan de zuidwest kant) en een goede schilisolatie kan worden voldaan aan BENG 1. Zonwering aan de zuidwest gevel beschermt het gebouw in de zomerperiode tegen oververhitting. Ook de natuurlijke trek op basis van onder- en bovendruk in het gebouw zorgt voor nachtventilatie in de zomerperiode. De verticale schacht (windtoren) zorgt door slimme openingen boven het dak voor onderdruk terwijl er juist aan de gevel een overdruk ontstaat. Hoog geplaatste ventilatieroosters in de gevel zorgen er voor, dat koele lucht langs het plafond de massa kan afkoelen. De warmte wordt aan het einde van de windtoren onttrokken uit de retourlucht en weer afgegeven aan de bron.
In de winterperiode kan optimaal gebruik worden gemaakt van de serre. Je kunt hiermee het transmissie- en infiltratieverlies van de achterliggende gevel beperken. Bovendien kan gebruik gemaakt worden van de mogelijkheid de ventilatielucht via deze serre voor te verwarmen. De luchtverversing vindt plaats door boven leefhoogte natuurlijke ventilatie toe te voeren. Door thermische trek wordt verontreinigde retourlucht afgevoerd via de zonneschoorsteen.